Hoe denken de Oekraïners over het referendum en het associatieverdrag? Oekraïne-correspondent Michiel Driebergen doet verslag en spreekt o.a. met Yevhen Fedchenko van StopFake over nepnieuws en Russische propaganda.

 

Michiel Driebergen

Verschenen in: Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken, Voorjaar 2016, nummer 1 (maart).

Jevgen Fedchenko heeft het maar druk met het Nederlandse referendum. Althans, indirect. Het hoofd van de faculteit journalistiek aan de universiteit van Kiev zette twee jaar geleden StopFake op, een website waarmee nepnieuws en propaganda op waarheidsgehalte wordt gecheckt. Onlangs dook er een filmpje op waarin radicale strijders van een Oekraïens vrijwilligersbataljon dreigen met aanslagen in Nederland. ‘Waag het niet tegen ons te stemmen. We zullen jullie vinden, in jullie huizen, op jullie werk en in het openbaar vervoer’, spreekt een gemaskerde man. Vervolgens wordt er een Nederlandse vlag in brand gestoken. Fedchenko en zijn studenten toonden eenvoudig aan dat het filmpje nep was. De uniformen en insignes worden niet gebruikt door het bataljon, de mannen hielden nepwapens vast en het YouTube-account was speciaal voor deze video aangemaakt. ‘En, bovendien, waarom zou het bataljon alle kansen op een positieve uitslag bij het referendum verspelen?’

De eerste keer dat Fedchenko over het Nederlandse referendum hoorde, was in verband met een ander schandaal, dat minstens zo slecht uitpakte voor het imago van Oekraïne. Een collectie schilderijen, in 2005 gestolen uit het Westfries Museum in Hoorn, zou zijn opgedoken bij eenzelfde soort bataljon in Oekraïne. Het verhaal beheerste dagenlang de Nederlandse en de internationale media, en bij gebrek aan bewijs ging het vooral over het beeld dat Oekraïne neerzette in aanloop naar het referendum. ‘Een referendum over Oekraïne in Nederland? Het was voor mij een volkomen verrassing’, zegt Fedchenko. Inmiddels besteden de Oekraïense media veel aandacht aan het onderwerp, vertelt hij. ‘Men vraagt zich af of dit het eind van de toenad-ring van Oekraïne tot Europa betekent. Een andere vraag die veel gesteld wordt: welke rol speelt Rusland bij dit referendum?’

Associatieverdrag

Twee jaar geleden demonstreerden de studenten van Fedchenko op het Majdanplein vanwege hetzelfde associatieverdrag. De voormalige president, Viktor Janoekovitsj, had geweigerd de overeenkomst met Europa te ondertekenen; hij zwichtte voor druk uit Moskou. De opstand mondde na drie maanden uit in een schietpartij, waarbij meer dan honderd demonstranten werden vermoord.

De nieuwe president, Petro Porosjenko, ondertekende het verdrag alsnog, maar op verzoek van Rusland werd de inwerkingtreding uitgesteld tot 1 januari 2016. In de tussentijd ratificeerden het Europees Parlement en alle 28 lidstaten van de EU de overeenkomst, ook Nederland. Maar na een succesvolle handtekeningenactie van de website GeenStijl en het Burgercomité EU werd het referen-dum een feit. De regering-Rutte moet na een eventueel ‘nee’ de ratificatie opnieuw overwegen. En dus staat het verdrag op de tocht.

Inmiddels is – ondanks alles – het verdrag in werking. Oekraïense producenten kunnen makkelijker en goedkoper de grens over naar Europa, en Europese ondernemers hebben vrij baan in Oekraïne. Anderhalf jaar lang overlegden Russische, Oekraïense en Europese experts over hoe de nade-len voor Rusland beperkt moesten worden, maar zonder resultaat.

Oost-Oekraïne

De Oekraïense toenadering tot de EU pakt voorlopig slecht uit voor het oosten van het land. Rusland gooide de grens dicht voor Oekraïense zuivel en fruit, en daarvan zijn vooral Oost-Oekraïense bedrijven de dupe. En het ging al niet zo lekker in die regio. In Kharkiv, een stad met anderhalf miljoen inwoners op krap dertig kilometer van de Russische grens, verloren de reusachtige machine-, tank- en turbinefabrieken de helft van de klandizie. De Russen weigeren nog langer zaken te doen. Doordat de aankoop van Oekraïense producten van hoger-hand is verboden, zijn duizenden Oekraïners hun baan kwijtgeraakt.

Sinds het conflict richten Oost-Oekraïense fabrieksdirecteuren noodgedwongen de blik westwaarts. Ondernemers moeten de omslag maken naar Europa. En dat is niet gemakkelijk, zegt de Kharkivse econoom Taras Danko, die bedrijven adviseert. ‘Veel ondernemers weten niet waar te beginnen. Ze stellen me de meest basale vragen. Hoe vinden ze een zakenpartner in de EU?’ Dat de EU ver weg voelt in Kharkiv, was al zichtbaar tijdens de Majdan-revolutie, ‘de tijd dat we voor het eerst gingen nadenken over Europa’, aldus Danko. Het kleine groepje dat op het centrale plein van de stad in de ijzige kou demonstreerde, werd belaagd door de politie en pro-Russische demonstranten – die steevast in de meerderheid waren.

Nu het verdrag in werking is, kunnen de inwoners van Kharkiv niet meer om Europa heen. En dat is niet gemakkelijk. De concurrentie in het bedrijfsleven zal toenemen, verwacht Danko. ‘Nu de grens met de EU open is, zal Kharkiv de handel moeten diversifiëren’, zegt hij. Van een eenzijdig op Rusland gerichte markt moet Kharkiv nu producten maken die aan Europese kwaliteits- eisen voldoen. ‘Voor Oost-Oekraïne is dat van levensbelang. Kijk maar naar onze noorderbuur, Wit-Rusland. Dat land is volledig op Rusland gericht. En dus loopt hun economie in de soep, want de Russen kunnen zich hun producten niet meer permitteren.’

Potentie

Aan potentie ontbreekt het niet in Oost-Oekraïne, zegt de econoom. Er is een grote medische faculteit in Kharkiv, al befaamd in de Sovjettijd. Daarnaast zijn er twee technische universiteiten, waar jonge Oekraïners niet alleen worden opgeleid tot machinebouwers maar ook tot programmeurs voor de groeiende IT-sector. ‘Kharkiv is altijd een hoogwaardige kenniseconomie geweest. Ooit werd hier voor het eerst de atoom gesplitst. Met name in de biotechnologie liggen kansen voor samenwerking, bijvoorbeeld met Nederland.’ Het probleem in Kharkiv: het ontbreekt aan kennis over de Europese markt. Momenteel adviseert Danko een grote Kharkivse tractorfabriek die naar Duitsland wil exporteren – vanwege het deels gezamenlijke verleden met het oosten van dat land, zijn er oude banden. ‘Zij wilden niet alleen hun product slijten, maar ook een distributiesysteem in Duitsland opzetten. Ik heb hun uitgelegd dat dit niet nodig is. Distributie moet je door anderen laten doen. Het gaat om het vinden van de juiste zakenpartners. De Duitsers zijn overigens geïnteresseerd in de tractor’, voegt hij eraan toe. Zo kan de verouderde industrie in Kharkiv een boost krijgen.

Essentieel voor Kharkiv, waar de economie nog draait op grote fabrieken met veel werknemers, is de ontwikkeling van het midden- en kleinbedrijf, aldus Danko. Een van zijn kennissen is Dmitri Gritski (46), ontwerper en reclameman. Ondernemers zoals hij zijn er maar weinig in Oost-Oekraïne. Na zijn studie wiskunde was Gritski een van de eersten die de cd invoerden vanuit Europa, en vervolgens was hij voorloper in de muziek- en de telefoonindustrie.

Zakendoen zit hem in het bloed. In september bezocht Gritski voor het eerst Nederland – de Dutch Design Week in Eindhoven. Hij was onder de indruk. ‘Prachtig om te zien hoe ontwerpers, ondernemers, onderwijsinstellingen en de overheid samenwerken.’ Hij besloot de Eind-hovense aanpak te kopiëren naar Kharkiv; de stad heeft tenslotte een goede ontwerpvakschool. Later dit jaar brengt hij twintig Nederlandse, Duitse en Oekraïense ontwerpers samen in de stad, waarbij hij veel internationaal publiek wil trekken. ‘Ons design internationaal promoten, is een aanjager van de economie.’

Om talentvolle ondernemers als Gritski te steunen, is contact met de EU van wezenlijk belang, zegt econoom Taras Danko. En daartoe is het associatieverdrag op zich niet voldoende. In de stad wordt nagedacht over de oprichting van allerlei samenwerkingsverbanden met Europese ondernemers. Hoe dan ook, de wil is er.

Dolkstoot

Uit alle sociologische onderzoeken blijkt dat Oost-Oekraïne mentaal de hoop op Europa heeft gevestigd. Zo’n 60 procent van de Oekraïners verkiest de EU boven de Russische Douane-Unie met Kazachstan, Wit-Rusland en Armenië – waar slechts 15 procent heil in ziet. Over de verhouding met Rusland zijn de cijfers dramatisch. Terwijl voor de oorlog 90 procent van de Oekraïners een positief beeld had van Rusland, is dat nu nog maar 30 procent. Ruim 70 procent ziet de Russische staat als ‘agressor’. Sinds de crisis met de grote oostenbuur is er geen alternatief voor de EU. Voor Taras Danko komt het Nederlandse referendum over het associatieverdrag dan ook als een onaangename verrassing. ‘Euroscepsis is een nieuwe uitdaging voor ons’, zegt de econoom. ‘We proberen Oekraïne op te bouwen terwijl de fundamenten van Europa op de proef worden gesteld. We moeten daar een antwoord op zoeken.’

Voor veel Oekraïners voelt het referendum als een dolkstoot in de rug, blijkt uit de discussies in de binnenlandse media. ‘Na de aanslag op vlucht MH17, waarbij tweehonderd Nederlanders omkwamen, zouden we toch meer steun moeten krijgen?’ vraagt een presentator zijn studiogast Kataryna Zarembo, een expert internationale betrekkingen. ‘Je zou in elk geval verwachten dat er meer kennis is over wat hier aan de hand is.’ ‘Inderdaad’, antwoordt Zarembo, ‘maar het negatieve beeld – van brokstuk-ken en dode mensen – blijft aan Oekraïne kleven.’ Veel Oekraïners leggen een rechtstreekse relatie tussen het referendum en het conflict met Rusland. De Kievse politiek analist Mykola Riabtsjoek waarschuwt dat Nederland niet naïef moet zijn. ‘Het referendum beschouw ik als onderdeel van de hybride oorlog van Rusland tegen Oekraïne’, schrijft hij vanuit Washington, waar hij een halfjaar doceert. ‘De Russen werken fanatiek in Europa, door verschillende extreemrechtse en extreemlinkse splintergroeperingen te steunen.’

Fake en feiten

Riabtsjoek doelt niet alleen op het de link tussen het Kremlin en het extreemrechtse partij Front National in Frankrijk, maar ook op recente voorbeelden van Russische beïnvloeding van de Europese vluchtelingendiscussie. ‘Moskou heeft een grootse traditie in het manipuleren van westerse intellectuelen’, vervolgt Riabtsjoek. ‘Lenin noemde hen “nuttige idioten”. Poetin weet uitstekend hoe op hen te gokken. En het Westen is absoluut onvoorbereid op deze manier van oorlogsvoering.’

De relatie tussen Rusland en de nee-campagne moet nog maar worden bewezen, zegt journalistiekdocent Jevgen Fedchenko. ‘Maar tijdens ons werk voor StopFake vragen we ons altijd af: wie profiteert van deze situatie? Oekraïne zeker niet, Rusland wel. Nederlanders moeten begrijpen dat het Kremlin een enorme propagandamachine financiert, waarmee Oekraïne voortdurend als een marginale failed state wordt neergezet. Die propaganda blijft niet beperkt tot Oekraïne. De Russen zijn erbij gebaat dat het besluitvormingsproces in de EU wordt verstoord.’

Oekraïners zijn zich er inmiddels van bewust dat er verwoed campagne wordt gevoerd in Nederland. ‘Uit onderzoek blijkt dat Nederlanders niet weten waarom het associatieverdrag voor Oekraïne belangrijk is’, zegt buitenlandexpert Kataryna Zarembo. ‘Ze denken dat het ons erom gaat geld te krijgen van Europa. Terwijl Oekraïne vooral hulp bij hervormingen verwacht.’ Vorige maand reisde er een campagneteam van Oekraïne af naar Nederland, om de ja-campagne bij het referendum te steunen. Jevgen Fedchenko is gestart met een Nederlandstalige variant van StopFake. Zo wil hij de komende maanden nepnieuws onderscheiden van feiten, ook in de Nederlandse media.

Referendum

Hoewel alle EU-lidstaten en het Europees Parlement ermee hebben ingestemd, mogen Nederlanders zich op 6 april in een referendum, afgedwongen door GeenPeil, uitspreken over het associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne. Het verdrag voorziet in nauwere politieke en economische samenwerking tussen beide verdragspartners. In ruil daardoor neemt Oekraïne maatregelen om de corruptie te bestrijden en een goed functionerende rechtsstaat en democratie te ontwikkelen. Ook worden wederzijds de importtarieven verlaagd.

Tegenstanders bestempelen het verdrag als een eerste stap tot toetreding van Oekraïne tot de EU. Iets wat zij afwijzen, omdat Oekraïne de EU veel geld zou kosten en omdat de EU op deze manier betrokken wordt bij het conflict in het oosten van Oekraïne. Het associatieverdrag lag overigens al klaar voor ondertekening in november 2013, maar toenmalig president Janoekovitsj weigerde zijn handtekening te zetten. Hierop volgde de Majdanrevolutie, die duurde tot eind februari 2014.